Het water van Wiesbaden


Als een kat op een heet dak huppel ik over de vloer van de Steinsauna in de Kaiser Friedrich Termen in Wiesbaden. Snel ga ik op een bank zitten in deze gloeiend hete sauna en bestudeer of ik geen blaren onder mijn voeten heb. Je moet er wat voor over hebben om dé spa- en kuurstad van Duitsland te ontdekken. Ik blus ze snel af in een badje met koud Wiesbadeners water.

wiesbaden

De Kaiser Friedrich Termen is net zo sjiek als zijn naam doet vermoeden. Niet wat entreeprijs betreft, overigens: vijf euro! Ook verder is deze sauna in niks te vergelijken met een Nederlandse. Het pand alleen al: groots, statig en op historische grond. Tweeduizend jaar geleden baadden Romeinen hier al in het thermale water dat op maar liefst 26 (!) plekken in Wiesbaden uit de grond komt. Water dat diep onder de grond verwarmd wordt door broeiende vulkanen.

TiTaTovenaar in Wiesbaden

Aan de oppervlakte heeft dat water – volgens kenners 20.000 jaar oud –  nog steeds een temperatuur van zo’n zestig graden. Heet genoeg om je nietsvermoedende vingers aan te verbranden, zo ervaar ik bij de Kochbrunnen. Middenin het centrum van de stad borrelt het water hier uit de aarde omhoog. Alsof TiTaTovenaar aan het werk is, toch is het echt Moeder Aarde die hier verantwoordelijk voor is. De Wiesbadeners omarmen dit natuurverschijnsel, want het bracht hun welvaart, rijkdom en een wellnesscultuur die tot op de dag van vandaag gasten uit Duitsland en daarbuiten aantrekt.

kochbronnen wiesbaden

Een beetje local gaat elke dag een gratis glaasje heilzaam water halen, zoals stadsgids Peter die zelf claimt al ver over de houdbaarheidsdatum heen te zijn maar nog steeds alive and kickin’ is. Dankzij die paar slokjes mineraalrijk vulkaanelixer. Natuurlijk ontkom ik er niet aan, van Peter móet ik het proberen. Laat ik het zo zeggen: alsof een kudde duivels over de tong stampt.

Met de ‘watertram’ naar de Neroberg in Wiesbaden

Wiesbaden en water, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet alleen in het dal van de Rijn, waaraan de stad ligt, ook bovenop een berg kunnen de Wiesbadeners het niet laten water een hoofdrol te laten spelen. Via een sjieke villawijk – en hier zijn villa’s nog echt villa’s – komen we aan bij de Neroberg. Hier staat een knalgele tram te wachten om bezoekers naar boven te transporteren. Deze finucalar werkt op – hoe kan het ook anders – waterkracht. Het spoorbaantje heeft twee trammetjes die op ingenieuze wijze met elkaar verbonden zijn. Bovenaan de berg wordt tram 1 met zevenduizend liter water gevuld. Vervolgens krijgt hij een zetje en komt door de massa en zwaartekracht beneden. Tram 2, die onderaan de berg staat te wachten, wordt daardoor automatisch naar boven getrokken. Onderaan de berg lost de tram het water, scheelt 7000 kilo.

Eenmaal boven op de Neroberg heb je een panoramisch uitzicht over Wiesbaden en de Rijn. Het is een berg vol verrassingen. De hellingen staat vol Riesling- en Pinot Grigiodruiven, bestemd voor de beroemde wjin van Klooster Eberbach. Tussen de bomen door gloort goud. Écht goud, verzekert gids Peter. We wandelen door het bos en staan opeens oog in oog met een Russisch orthodoxe kerk. Met gouden minaretten.

Zwemmen op stand

We lopen verder omhoog en zien eens strak, wit gebouw opdoemen: het Opelbad. Achter de witte poort doemt opeens een 65 meter lang zwembad op. Een zwembad. Bovenop een berg. Ik had het kunnen weten. Hier zwem je letterlijk en figuurlijk op stand. Het bad met bijbehorend restaurant is ontworpen in Bauhausstijl en is gefinancierd door automagnaat Opel. Het is een plaatje om te zien en een plezier om van die sierlijke glijbaan af te roetsjen en een paar banen te trekken.

zwembad neroberg wiesbaden opelbad

Met het trammetje vol water dalen we even later weer af. Zodra we onderaan de berg aanbeland zijn, lost de tram niet alleen zijn reisgenoten maar ook de zevenduizend kilo ballast. Geen druppel van het water van Wiesbaden gaat verloren, want alles wordt hergebruikt voor de volgende sessie. En die paar druppels die de berg indruppelen komen over twintigduizend jaar wel weer eens bij een mooie bron in de stad bovendrijven.


Hotspots in Wiesbaden

sfeerbeeld wiesbaden

Het borrelt diep onder de grond bij Wiesbaden. Het borrelt ook boven de grond: er zijn maar liefst 26 warmwaterbronnen in de Duitse stad te vinden. Bovenop die bronnen zijn thermen en sauna’s gebouwd. Wellness genoeg dus in Wiesbaden. Maar wat is verder nog te doen? My Yellow Suitcase raadt deze hotspots aan:

Kurhaus – sjiek casino

Het is hét symbool van de stad: het Kurhaus. Gek genoeg is dit Kurhaus nooit een kuuroord geweest, maar altijd een casino. Een sjiek casino ook nog, in neo-classisistische stijl. Hier geen slutmachines en eenarmige bandieten. Hier speel je blackjack, poker of roulette. De beroemde schrijver Dostojevski verspeelde hier al zijn geld. De roulettetafel waaraan dat gebeurde staat er nog steeds. Hij schreef daarna de roman De Speler, die zich in en rondom Wiesbaden afspeelde. Spelen kan met fiches vanaf twee euro.

casino wiesbaden

Terug naar de 50’er jaren: bioscoop Caligari

In de schaduw van de imposante Marktkerk – fraai staaltje baksteenarchitectuur – ligt de ingang van bioscoop Caligari. Hier worden al sinds 1926 films vertoond. De bioscoop ademt nog een typische vijftiger jaren sfeer in art-nouveaustijl. Je zit als een koning in een van de 450 grote rode stoelen. Hier worden geen nagesynchroniseerde films vertoond, alleen niet -commerciële films in de originele taal met Duitse ondertiteling. Ook worden er stomme films, 16mm- en 32mm-films vertoond. Ook bijzonder: er staat elke dag een andere film op het programma.

bioscoop wiesbaden

Going underground: Museum Am Markt in Wiesbaden

Het Stadsmuseum Am Markt (SAM) ligt letterlijk ónder het centrale plein in Wiesbaden. Vroeger werden deze kelders gebruikt door marktkooplui om hun groenten en fruit op te slaan. Nu kun je alles zien en horen over de geschiedenis van Wiesbaden en omgeving.

Kunder Confiserie – chocolade en bonbons

De groten der aarde bestelden hun bonbons al bij chocolatier Kunder. De zaak aan de Wilhelmstrasse –  door de Wiesbadeners ook wel La Rue genoemd vanwege het sjieke karakter van de winkels – werd 120 jaar geleden opgericht door de familie Kunder. Tegenwoordig runt de vierde generatie de populaire chocoladewinkel. Er ligt zelfs een Nederlandse bonbon: een oranje ‘appeltje’, ter ere van het bezoek van koning Willem Alexander en koningen Máxima in 2013 aan Wiesbaden.

Met je pink omhoog: Café Maldaner

Kaffee und Kuchen met je pink omhoog. Je zou het bijna doen, zo sjiek is Maldaner, het 160 jaar oude Weense koffiehuis aan de Marktstrasse. Volgens de eigenaar de eerste in de wereld búiten Oostenrijk. Hier drink je niet alleen de fijnste koffie, ook de huisgemaakte bonbons zijn om je vingers bij af te likken. De Maldaner Praline is een 150 jaar oude specialiteit gemaakt van donkere chocolade, marsepein en wijn uit de Rheingau. Je wordt bediend door jongens en meisjes in keurige kostuums.

Met dank aan Goethe: Museum Wiesbaden

Goethe himself was een van de oprichters van dit museum aan de Friedrich-Ebert-Allee. Je vindt hier van alles: van oude meesters tot hedendaagse kunst. Natuur speelt een belangrijke rol in dit museum. In een vleugel van het museum is te zien hoe kunstzinnig natuur is, wat kleur, symmetrie en vorm betreft. Ook is in het museum een grote verzameling jugendstil- en art-nouveaukunst te zien. De schilderijen, meubels, spiegels, keramiek en verlichting is afkomstig uit het ‘Witte Huis’ van Wiesbaden en is gedoneerd door de familie Neess. Elke zaterdag is de toegang tot dit museum gratis.


Wist je dat je ook in Costa Rica kunt badderen in warm vulkaanwater?