
Een culinaire marathon door Roussillon
Of ik mee wil me een trip door de Roussillon? Je bedoelt de regio waar je struikelt over de wijnflessen? Onder de rook van Perpignan? Daar waar de Pyreneeën hun eerste aanzet maken? Frans Catalonië toch? Mais oui! Toen wist ik nog niet dat ik in drie dagen tijd kennis zou maken met 25! wijnsoorten uit de streek. En een paar kilo zou aankomen van al die culinaire hapjes die die wijn begeleiden. Want een beetje ‘degustation’ (proeverij dus) gaat gepaard met wijn en hapjes.
Je struikelt over de ‘caves’ in Roussillon
Nu denk je misschien: zo hee, 25 soorten wijn in Roussillon, veel! Nou, ik kan je vertellen, het zijn er nog veeeel meer. Om de haverklap kom je een ‘cave’ tegen. En dat zijn allang geen ‘wijnkelders’ meer in de ouderwetse betekenis van het woord. Ze variëren van blokkendozen op een industrieterrein tot kasteelschuren en van eenvoudige pandjes langs een weg tot state of the art architectonische kunstwerken. En overal wordt met passie gewerkt aan het meest geliefde exportproduct: wijn. Ik neem je mee langs de hoogtepunten van deze trip. Vergeef me op voorhand: ik weet niet meer precies welke wijnen we gedronken hebben.
Terroir du Roussillon
Elke regio, elke gehucht, elke wijngaard en zelfs elk perceel heeft zijn eigen terroir. Een onvertaalbaar begrip dat te maken heeft met grondsoort en omstandigheden die de smaak van de druif beïnvloeden. Een druivenstruik die op rotsachtige grond groeit haalt andere voedingsstoffen uit de grond dan een rank die op een meer sappige bodem tot wasdom komt. Daarnaast doen klimaat en weersomstandigheden ook een duit in het zakje van de smaak. Voeg daarbij een gepassioneerde wijnboer met zijn of haar geheime werkwijze en druivenmix en je hebt een eigen wijnsoort te pakken. Elke regio heeft druivensoorten waarom ze bekend staan. In de Roussillon zijn dat onder meer de Granache Blanc en Granache Gris en Macabau. Er worden verschillende wijnen van gemaakt: wit, rood, rose. Droog, halfdroog en zoet. De zoete wijnen in Roussillon zijn beroemd. Ik noem een Banyuls, Rivesaltes en een Maury. Nu lijkt het net of ik er verstand van heb, maar die kennis heb ik opgepikt van iemand die er echt verstand van heeft. Het zijn plaatsen in de Roussillonregio.
Cave 1: Château de Caladroy in Bélesta
Een echt kasteel met een heuse kasteeldame op een enorm landgoed. Zo groot, dat de naam van het chateau met Hollywoodachtige letters in de wijngaard staat geplant en dus van verre te zien is. Meer glitter&glamour is er niet, want het eeuwenoude kasteel kan op veel plekken wel een verfje gebruiken. Het is voor Virginie Mezerette een onnoemelijke taak om naast het produceren van wijn het erfstuk – dit kasteel met wijngaard dus – te onderhouden. Toch is een bezoek de moeite waard. Ten eerste om er wijn te kopen. Ten tweede omdat het kasteel toegankelijk is. En als je Virginie lief aankijkt, laat ze je misschien in een geheim deel van het kasteel. Dan ga je terug naar de 11e eeuw. Bijzonder! Aan de bar kun je de wijn kopen én proeven. Wij dronken hier 2 witte, 2 rode en 1 zoete wijn.
Cave 2: Château de Jau, Cases-de-Pêne
Een oprijlaan waar menig koningshuis jaloers op zou zijn voert naar het kasteel van Jau. De verrassing zit om de hoek: een heerlijk terras onder een gigantische boom. Met de grootste open haard die ik ooit gezien heb. Aan de vormgeving van de etiketten en de doosjes (‘cartons’) waarin de flessen wijn vervoerd worden kun je aflezen: dit is een moderne business. Dat oude kasteel is maar camouflage. We kwamen hier om te lunchen. Maar dat gaat niet zomaar. Een lunchkaart bestaat hier niet. Je betaalt 42 euro en daarvoor krijg je zes gangen plus een bijbehorende wijn van het chateau. Laat je verrassen dus! Het vlees wordt bereid in die giga-openhaard. Wijn is afkomstig van druiven uit eigen wijngaard. We dronken in totaal 7, want je wordt ontvangen met een aperitief wijn. Verder dronken we witte droge, witte zoete, rode droge en zoete rode. Snap je het nog?
Tussendoortje in Roussillon
Als je dan toch in de buurt bent, breng dan een bezoek aan het aquaduct van Ansignan. Het aquaduct, gebouwd door de Romeinen, werkt nog steeds. Ook bijzonder: het bouwwerk gaat over in een brug waar je doorheen kunt lopen. Ook is er een wandelroute uitgezet.
Roussillon: meer dan wijngaarden alleen
Toegegeven: je moet ze zoeken, de percelen waar GEEN wijnranken te vinden zijn. Maar ze zijn er! In Ansignan (bij dat aquaduct dus) hebben Estelle en Jacky Salvat een olijfboomgaard: Clots das Vignes. Hier maken ze olijfolie en olijfoliezeep. Ook kun je hier op kamperen in een safaritent en een ‘dome’, een soort lichtkoepel.
In Thuir ligt een perceel met bomen waar granaatappels aan groeien. Carole en Michel Denajar maken van deze vruchten granaatappelsap, siropen, jam en zelfs azijn. Te koop in haar miniwinkeltje aan de Ancien Chemin de Pezilla 66300 in Thuir.
Cave 3: Cuvons Lajoie in Maury
Dit moet wel een van de meest stylische ‘wijnkelders’ van het land zijn. Eigenaar Fernando Rodriguez – hij komt oorspronkelijk uit Porto, Portugal – heeft hier een juweel van een pand neergezet. Van buiten zit het eruit als een bruine blokkendoos, maar van binnen… o la la, wat een schoonheid. Als je van modern en design houdt, althans. Wijnvaten op rolletjes, wijnvaten als futurische eieren, neonverlichting en kroonluchters in de ‘cave’ en een ontvangst- en vergaderruimte dat zo in een woonmagazine kan staan. En dan maakt Fernando ook nog wijn dat op zijn minst bijzonder genoemd mag worden. Geen appellation want aan dat soort regels houdt hij zich niet. Tijdens het diner in La Maison du Terroir proeven we vier van zijn wijnen. Mijn favoriet was de wijn gemaakt van mijn favoriete druif Viognier. Collectorsitem (slechts 900 flessen) is de Maury 1998. La douce France in een fles.
Met de trein door Roussillon – Frans Catalonië
Doen: maak een ritje met Le Train Rouge of Le Train Jaune om de regio ook eens van een andere kant te bekijken. Het traject loopt tussen Rivesaltes en Axat (rouge) en Villefranche en Latour-de Carol-Enveitg (jaune) en er zijn verschillende tussenstations waar je op kunt stappen.
Cave 4: Caves Byrrh in Thuir
Een beetje vreemd, maar wel lekker….. hoewel…. Je moet ervan houden. Byrrh is geen bier, maar gearomatiseerde wijn. Al sinds begin twintigste eeuw wordt deze wijn waar kruiden en smaakjes aan worden toegevoegd gemaakt in Thuir. Ooit wereldberoemd, 35 miljoen flessen geproduceerd in het topjaar en toch… niemand in Nederland die het kent. Toch waren de broers Violet die het drankje bedachten hun tijd ver vooruit. Al in 1903 maakten ze reclame en draaide hun pr-machine op volle toeren. Alles perfect gedocumenteerd en behouden en nu te zien in een multimediaal museum waar ook het grootste wijnvat ter wereld (1.200.000 liter) te zien is, naast de fabriek die nog steeds miljoenen flessen per jaar vult. Aan het einde van je bezoek krijg je twee proefjes, van de oude en de nieuwe variant van Byrrh. Brrr. Zoals gezegd: je moet ervan houden. Maar wat een goed verhaal!
Cave 5: Le Clos des Fées in Rivesaltes
Op bezoek bij het neusje van de zalm, de top of the bill oftewel de crème de la crème van de Roussillonwijnen: de wijnen van wijnboer Hervé Bizeul. Hij runt zijn business vanuit een moderne cave op een industrieterrein net buiten Rivesaltes. Geen tierlantijnen, geen design, maar strak en praktisch ingericht met maar één doel: de beste wijn van de regio maken. Hoewel Bizeuls ambitie veel verder – namelijk wereldwijd – reiken. Zijn wijnen doen het geweldig bij charcuterie en laat nu net Thibault Gonzalez zijn biologische meesterwerkjes hebben gebracht als wij in de cave aankomen. Gonzalez houdt zwarte varkens. De beestjes lopen vrij rond in bos en veld en eten alleen wat op hun pad komt, ze worden verder niet bijgevoerd. Biologischer kan haast niet. Gonzalez maakt er heerlijke paté en worst van, als ik de niet-vegetariërs mag geloven. De charcuterie ging er in elk geval als koek in, net als de wijn trouwens. We kregen een selectie van zijn zes meest uitgesproken wijnen te proeven, waarvan La petite Sibérie eruit sprong. Maar ja, die kost dan ook 200 euro per fles…. Bizeul verkoopt ook meer betaalbare wijnen. Nog niet goedkoop, maar je hebt wel een topper in huis.
Dineren op niveau in de Rousillon
Bij een goede wijn hoort goed eten, en dat kan je in de Roussillon op heel veel plekken doen. Deze locaties kan ik aanbevelen.
* Auberge du Cellier in Montner
Gerund door chef Pierre Louis Marin die jarenlang een Michelinster kreeg maar sinds 2021 sterloos door het leven gaat maar er niet minder om kookt en het lekkerste brood bakt. Verfijnde, verrassende kost.
* La Maison du Terroir in Maury
Naast een winkel waar tientallen, wat zeg ik: honderden wijnsoorten te koop zijn een aangenaam ingericht restaurant waar ze het ene na het andere kunstwerkje voor je neus zetten.
* La Villa Duflot
Een van de betere hotels in Perpignan met een geweldige keuken waar je ook als niet-hotelgast kunt genieten van de kookkunsten van de chef.
* L’Hostal in Castelnou
Toplocatie – letterlijk en figuurlijk – in een van de schattigste dorpjes van de regio. Castlenou is niet voor niks ooit uitgeroepen tot een van Les Plus Beaux Villages van Frankrijk. Bij restaurant L’Hostal loopt niet alleen de allersympatiekste bediening rond, het eten daar moet verboden worden, zo lekker. Buikpijn gegarandeerd, want je gaat zeker te veel eten. Mijn favoriet: de camembert uit de oven.
* Hôtel Cortie in Thuir
In dit ‘hotel de charme’ bereiden ze met liefde de lekkerste Catalaanse gerechten. Zoek een plaatsje op het terras onder de druivenranken. Romantischer wordt het niet.
* Restaurant Découverte in Perpignan
Verstopt in een van de vele kleine straatjes in Perpignan zit dit ultramoderne restaurantje. Let vooral ook op de creatieve borden waarop ze hun lekkers presenteren.
Mocht je deze culinaire marathon overleefd hebben, maak dan je borst maar nat, want Frans Catalonië (Pyrénées Orientales) heeft nog véél meer te bieden:
[…] culinaire marathon in de […]